AN As1 800 500

Vanaf heden uitgebreidere interpretatie bij Anti-Nucleaire Antistoffen (ANAs)

18-01-2024

Anti-nucleaire antilichamen/factoren (ANA of ANF) zijn auto-antilichamen gericht tegen lichaamseigen celcomponenten. Deze kunnen worden teruggevonden bij verschillende systemische auto-immuunziekten.

Technisch

Bij het aanvragen van “571 - ANA screening (+ evt. ENA/dsDNA)” wordt steeds eerst een screening met behulp van indirecte immuunfluorescentie (IIF) uitgevoerd. Deze techniek gebruikt cellen die gecoat zijn op glazen plaatjes, waaraan het serum van de patiënt wordt toegevoegd. Bij aanwezigheid van auto-antilichamen kunnen deze zichtbaar gemaakt worden via een fluorescentiereactie. Afhankelijk van het moleculaire doelwit van de antilichamen ontstaat een ander microscopisch beeld. De kern en/of het cytoplasma kan hierbij oplichten, het oplichten van de mitose bij delende cellen wordt ook beoordeeld (Tabel 1).

Tabel 1: enkele voorbeelden van microscopische patronen, de mogelijke oorzakelijke antilichamen en geassocieerde ziektes. Bron foto’s: https://www.anapatterns.org

De “titer” is een maat voor de concentratie van deze auto-antilichamen, en staat voor het aantal keer dat je het staal kan verdunnen en toch nog een positief signaal blijft houden. Bv. bij een titer van “1/320” moet je het serum meer dan 320 keer verdunnen om een negatief resultaat te bekomen.

Bij positieve screening op IIF wordt vervolgens een uitwerking gedaan om te bepalen over welk auto-antilichaam het juist gaat. Hierbij gebeurt er eerst een zogenaamde “ENA screen” (Extractable Nuclear Antigen) die verschillende celcomponenten bevat alsook (bij titer ≥1/160) een bepaling van antistoffen tegen dubbelstrengig DNA (anti-dsDNA), courant gevonden bij SLE. Als ≥1 van deze testen positief is gebeurt verdere uitwerking via een confirmatietest (immunoblot). De volledige flow wordt visueel voorgesteld in Figuur 1.

Figuur 1: flow bij aanvraag ANA screening. IIF: indirecte immuunfluorescentie, ANA: anti-nucleaire antistoffen, dsDNA: dubbelstrengig DNA, As: antistoffen, ENA: extractable nuclear antigen, Sm: Smith, snRNP: small nuclear ribonucleoprotein, SSA: Sjögren-syndrome related antigen A, SSB: Sjögren-syndrome related antigen B, Jo-1: histidyl tRNA synthetase, CENP-B: centromere protein B.

Interpretatie

Om de huisarts te ondersteunen bij de interpretatie van deze testen zullen de klinisch biologen van Labo Maenhout vanaf nu een geïntegreerd besluit formuleren wanneer ANA screening wordt aangevraagd. Hierbij zal rekening gehouden worden met de IIF, ENA screen en eventuele uitwerking via blot.

Merk op dat op specifieke vraag (bv. bij erg verdachte kliniek maar negatieve screening) ook rechtstreeks een immunoblot kan worden uitgevoerd, contacteer hiervoor gerust het labo.

Belangrijke info

ANA screening is een gevoelige test doch heeft een lage specificiteit (veel vals-positieven). Dit omdat ANAs ook voorkomen in de gezonde bevolking (tot +/- 5%). Meestal gaat het dan om lage (1/80 – 1/160) tot matige (1/320) titers. Het is daarom erg belangrijk om te correleren met de klinische presentatie van de patiënt.