18114

Het "winter effect" op de kaliumwaarden in de huisartsenpraktijk.

20-12-2023

Verhoogde kaliumwaarden in het bloed (hyperkaliëmie) kunnen leiden tot levensbedreigende complicaties zoals hartritmestoornissen. Het is echter af en toe zo dat een gemeten hyperkaliëmie in het labo (in vitro) niet overeenkomt met de effectieve kaliumconcentratie in het bloed van de patiënt (in vivo). Dit noemen we een zogenaamde pseudohyperkaliëmie.

Pathofysiologie

In de rode bloedcellen (RBC) is de kaliumconcentratie veel hoger (+- 150 mmol/L) dan in het serum (3.5 – 5.1 mmol/L). Één van de oorzaken van pseudohyperkaliëmie is dan ook hemolyse of het kapotgaan (lysis) van de rode bloedcellen. Bij deze fysieke desintegratie van de RBC komen er naast kalium nog andere stoffen vrij zoals AST, LDH en hemoglobine. Het hemoglobine geeft het serum dan een rode kleur (Figuur 1). Deze rode kleur wordt gemeten en op het rapport weergegeven als de hemolytische index. Hemolyse treedt op bij extreme temperatuur (bevriezen van bloed of extreme hitte), overdreven schudden, fijne naalden en blootstelling aan hoog vacuüm (bv. manuele optreknaald).

Figuur 1: uitzicht serum bij toenemende graad van hemolyse. Links: geen hemolyse (geel serum). Rechts: sterke hemolyse (donkerrood serum).

Er zijn echter ook situaties waarin kalium vrijkomt uit de RBC zonder hemolyse. Het probleem met deze situaties is dat er geen hemolyse alarm afgaat die kan aangeven dat het over een “valse” verhoging gaat, wat kan leiden tot verkeerde medische beslissingen in het slechtste geval.

Figuur 2: bij lysis van de RBC komt de volledige inhoud vrij in het serum (boven). Bij blootstelling aan koude is er enkel een uitwisseling van ionen zonder hemolyse.

Blootstelling van de RBC aan koude (< 18 °C) zorgt voor een remming van de natrium-kalium pomp, die normaal gezien kalium in de cel pompt en natrium naar buiten. Hierdoor lekt kalium uit de RBC terwijl natrium naar binnenloopt (Figuur 2). Dit effect wordt vooral uitgesproken als er een lange tijd (≥4u) tussen afname en centrifugatie van het bloed is. Dit leidt tot een “winter effect” in de kaliumresultaten over de tijd (Figuur 3A), gelinkt aan de gemiddelde buitentemperatuur (Figuur 3B).

Figuur 3 A) De fractie stalen met hyperkaliëmie (kalium >5.5 mmol/L) piekt telkens tijdens de wintermaanden (blauwe achtergrond). B) Er is een inverse relatie tussen de gemiddelde buitentemperatuur (rood) en de fractie hyperkalemische stalen (zwart). Dit staat los van hemolyse (de grafieken zijn identiek bij exclusie van hemolytische stalen). Bron: analyse op eigen data van 2018-2023 (n=230.234 resultaten).

Praktisch

Bij het aanvragen van ionen (vooral kalium) is pre-analytische fase dus van uiterst belang om een betrouwbaar resultaat te bekomen. Volgende richtlijnen voor een goed staal kunnen gehanteerd worden (van meest belangrijk naar minder belangrijk):

  • Bloed zo snel mogelijk naar het labo. Hangt af van wanneer de chauffeur langskomt uiteraard
  • Staal bewaren op kamertemperatuur tot ophaling. Zeker in de winter dus niet buiten in de brievenbus
  • Respecteer de buizenvolgorde (eerst de serumtube) en niet overgieten (EDTA-tube (paars) en fluoride-tube (grijs) bevatten hoge hoeveelheid kalium)
  • Vene niet te lang knellen, niet laten “pompen” met de vuist (kalium komt vrij uit de spieren bij contractie). Indien toch gebeurd of de afname duurt te lang, best garrot even lossen.
  • Naald niet te klein pakken indien mogelijk (meer hemolyse bij fijne naalden)
  • Vacuette tubes (getitreerd vacuüm) gebruiken ipv manuele optreknaald. Best ook laten vullen tot tube niet meer loopt, anders blijft er “restvacuum” over in de buis. Alternatief is de dop even afhalen na de afname (bv. bij halfgevulde tube).

Merk op dat als er geen ionen gevraagd zijn het staal wel in de koude mag bewaard worden. Voor sommige parameters is dit zelfs voordelig (bv. glucose, urine cultuur,…).

Bronnen

  • Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics 6th edition (2018).
  • Van Elslande, Jan et al. “A case of severe pseudohyperkalaemia due to muscle contraction.” Biochemia medica vol. 30,2 (2020): 021004. doi:10.11613/BM.2020.021004