Psatest1

Prostaat Specifiek Antigeen (PSA): nieuwe inzichten

14-12-2022

Prostaatkanker blijft de meest frequente maligniteit bij mannen in België. In 2019 werd de diagnose in ons land bij meer dan 10.000 mannen gesteld. Bij 10% werd ook de diagnose uitgezaaid prostaatca gesteld. De cijfers vertonen een oplopende trend. Daarnaast is er consensus dat er een nauw verband is tussen een vroegere diagnose en betere overlevingskansen.

PSA-screening volgens de EAU

De European Association of Urology (EAU) heeft recent nieuwe richtlijnen opgesteld betreffende de screening met de PSA-bepaling. De EAU maakt zich sterk dat een ‘risk-adapted approach’ een vroegtijdige opsporing van prostaatkanker zal optimaliseren en uiteindelijk levens zal redden.

Deze benadering impliceert ook het voorkomen van een overdiagnose en overbehandeling van prostaatca. Er wordt benadrukt dat mannen goed geïnformeerd moeten worden over potentiële risico’s en voordelen van een screeningstest. Enkel indien die voorwaarde vervuld is, is een screeningstest verantwoord voor bepaalde leeftijdscategorieën.

To screen or not to screen?

Een prostaatspecifiek antigeenscreening wordt aangeraden voor mannen ouder dan 50 jaar, tenzij er een familiale voorgeschiedenis is of ze van Afrikaanse origine zijn. In dat geval is een screening vanaf 45 jaar aanbevolen. Bij mannen met een BRCA2-mutatie is screening al aangewezen vanaf 40 jaar aanbevolen. Tegelijk moet er een levensverwachting zijn van minstens 15 jaar. Voor 70-plussers levert een PSA-screening geen voordeel op.

Interpretatie van PSA-screeningresultaten

Het volgende schema geeft een overzicht van hoe de resultaten moeten geïnterpreteerd worden.

50-59 jaar (of 40/45 jaar voor bepaalde groepen)

PSA < 1 ng/mL  test herhalen na 5 jaar

PSA 1-3 ng/mL  test herhalen tussen 2 en 4 jaar

PSA > 3 ng/mL  risicostratificatie en klinisch onderzoek (rectaal toucher)

60-70 jaar

PSA < 1 ng/mL  definitief stoppen met testen

PSA 1-3 ng/mL  test herhalen tussen 2 en 4 jaar

PSA > 3 ng/mL  risicostratificatie en klinisch onderzoek (rectaal toucher)

Zonder hier in detail te gaan (voor meer informatie zie de referenties), zal een derde van de mannen uit de laatste groep (PSA > 3 ng/mL) op basis van hun voorgeschiedenis en klinisch onderzoek in een laagrisicoprofiel terechtkomen en enkel verder klinisch opgevolgd moeten worden (geen MRI of biopsie).

Referenties

  1. Van Poppel H. et al., Eur Urol 2021: 80; 703-711
  2. Mottet N. et al., Eur Urol 2021: 79; 243-262