MB Lymfocytose1 800 500

MBL-diagnose: geen ziekte, maar toch belangrijk

02-09-2022

Monoklonale B-cel Lymfocytose (MBL) is geen ziekte, wel een (toevallige) vondst waarbij een geringe toename van één type witte bloedcellen (B-lymfocyten) wordt vastgesteld. Door het verhoogde risico op chronisch lymfatische leukemie (CLL) is opvolging echter aangewezen.

Wat is Monoklonale B-cel Lymfocytose?

MBL is geen ziekte en er gaan ook geen symptomen mee gepaard. Wat is het dan wel? Eerder een bevinding waarbij een geringe toename van één type witte bloedcellen wordt vastgesteld, namelijk B-lymfocyten. Dat zijn de witte bloedcellen die instaan voor onze afweer en zorgen voor de productie van antistoffen.

Hoe komt MBL aan het licht?

Meestal komt men een MBL op het spoor door een bloedonderzoek binnen een andere context. Symptomen of een precieze oorzaak zijn er namelijk niet. In een recent verschenen studie van de Mayo Clinic werd evenwel aangetoond dat MBL voorkomt bij 17% van de mensen ouder dan 40 jaar, verder oplopend tot >40% bij mensen ouder dan 90 jaar.

Hoe wordt de diagnose MBL gesteld?

Het aantal klonale B-lymfocyten is bepalend voor het stellen van de diagnose. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘low count MBL’ en ‘high count MBL’. In het eerste geval (95%) worden maximum 500 klonale B-lymfocyten/µL geteld. In het tweede geval (5%) zit het aantal klonale B-lymfocyten tussen 500 en 5000/µL. Boven die drempel is er sprake van chronisch lymfatische leukemie (CLL).

De diagnose wordt in het lab gesteld door middel van zeer gespecialiseerd bloedonderzoek, waarbij de bloedcellen op een specifieke manier geteld, gekleurd en getypeerd worden. Deze techniek kennen we als de flowcytometrische immuunfenotypering. Op basis van het immuunfenotype onderscheiden we:

  • CLL-like MBL: CD19+/CD5+/CD20zwak+ (80% van alle MBL)
  • Atypische MBL: CD19+/CD5+/CD20++ (5% van alle MBL)
  • Non-CLL MBL: CD19+/CD5-/CD20+ (15% van alle MBL)

Waarom is de opvolging van MBL belangrijk?

Hiervoor kijken we naar de resultaten van de recent gepubliceerde studie van de Mayo Clinic. Hierin werden ruim 10.000 40-plussers gescreend en opgevolgd. Het meest opvallende resultaat is dat bij een ‘low count MBL’ de algemene overleving niet verschilt ten opzichte van een controlegroep. Dat is wel het geval bij een ‘high count MBL’.

De belangrijkste redenen daarvan zijn een verhoogd risico op een progressie naar CLL, maar ook een verhoogde kans op het ontwikkelen van solide tumoren, en niet onbelangrijk een verhoogde kans op hospitalisatie voor ernstige infecties. De atypische MBL vertoont ook een significant hoger risico voor een kortere overleving.

Wat na een MBL-diagnose?

Bij afwezigheid van klachten moet er geen aanvullend onderzoek gebeuren bij het vinden van een MBL. Wel wordt aangeraden om het celaantal af en toe te controleren (bij een ‘low count MBL’ kan dat om de twee jaar, bij een ‘high count MBL’ om het jaar of halfjaarlijks). Verder is het van belang om na te gaan of er cytopenieën ontstaan (anemie of trombocytopenie).

Als er toch klachten ontstaan, zoals vergrote lymfeklieren of B-symptomen (gewichtsverlies, nachtelijk zweten of koorts), is onmiddellijk een verdere exploratie aangewezen (beenmergonderzoek en beeldvorming).

Referentie: Susan Slager et al. Blood 2022 (Progression and Survival of Monoclonal B-cell Lymphocytosis (MBL): A screening study of 10,139 individuals)