Verbeterde interpretatie van 25-OH-vitamine D in functie van seizoenseffecten
23-02-2021
De laatste jaren steeg de belangstelling voor vitamine D enorm. Betere inzichten in de rol van vitamine D in de pathologie gecombineerd met betere analytische mogelijkheden droegen bij tot het frequent aanvragen van 25-OH-vitamine D (25-OH-Vit D) bij patiënten.
Aangezien vitamine D hoofdzakelijk aangemaakt wordt door UV bestraling van de huid, bestaat er in streken met een gematigd klimaat een aanzienlijk seizoenseffect op de 25-OH-Vit D referentiewaarden. Onze regio kent een uitgesproken seizoenseffect. Tevens worden door de klimaatsverandering onze zomers warmer waardoor de blootstelling van de huid aan UV licht dient geactualiseerd te worden.
Om de interpretatie van de 25-OH-Vit D concentratie te verbeteren en te personaliseren, verrichte het laboratorium daarom onderzoek naar de referentiewaarden van 25-OH-Vit D bij onze lokale populatie op basis van ± 40.000 25-OH-Vit D analyses (uitgevoerd in 2019 en 2020). Hieruit kon een cyclometrische intervalcurve (cosinor-model; Am J Clin Nutr 2013;97:1243-51) worden berekend voor de 25-OH-Vit D spiegel voor iedere maand van het jaar.
Figuur 1 25-OH vitamine D verloop in onze regio over een periode van 24 maanden (januari 2019-december 2020)(2019=1, JULI 2019=7, JAN 2020=13, JULI2020=20, enz.). De x-as geeft de maand weer (jan 2019=1, de Y-as het 25-OH-vitamine D gehalte in serum (ng/ml)).
Vanaf heden zullen de seizoensafhankelijke referentiewaarden steeds gerapporteerd worden waardoor een meer gepersonaliseerde behandeling van uw patiënt eenvoudiger wordt. Deze benadering biedt heel wat voordelen: bv. als de seizoensgecorrigeerde 25-OH-Vit D concentratie bij het begin van de winter nog net binnen de grenzen valt, wordt een vitamine D deficiëntie in de winter waarschijnlijk. In de wintermaanden december, januari en februari is de lokale prevalentie van 25-OH-Vit D deficiëntie (<30 ng/ml) in onze regio immers zeer aanzienlijk.
Praktisch voorbeeld
Het laboratoriumonderzoek toont bij het begin van de winter een lage waarde voor 25-OH-Vit D (vb. 17 ng/ml). Vitamine D supplementatie voor die patiënt is aangewezen. Van oktober tot februari daalt de vitamine D spiegel in onze regio immers nog gemiddeld met één vijfde. Bij het begin van de lente is het grootste deel van onze bevolking nog “vitamine D deficiënt” (mediaan van nog nauwelijks 20 ng/ml). Een lichte “deficiëntie” komt spontaan in orde door de intocht van de lente.