RTEC: aanwinst bij diagnostiek UWI
25-01-2021
Achtergrond
Differentiatie tussen lage en hoge UWI is erg belangrijk, maar vaak kan men alleen afgaan op klinische symptomen. Klassieke laboratoriummethoden laten geen scherpe aflijning toe tussen hoge en lage UWI. Urinecultuur levert geen informatie op over de localisatie van de infectie. Het urinesediment kan een zeker nut hebben: aanwezigheid van leukocytencilinders in het sediment is suggestief voor hogere UWI, maar de diagnostische gevoeligheid is laag. Onze derde generatie flowcytometer voor urine analyse is in staat epitheelcellen op te splitsen in squameuze (SEC), transitionele (TECs) en renale tubulaire epitheelcellen (RTECs). RTECs zijn afkomstig van de proximale of distale segmenten en bezitten een diagnostisch potentieel (in tegenstelling tot SEC die wijzen op gecontamineerde urine en slechts een minieme diagnostische betekenis hebben).
RTECs zijn specifiek voor de aanwezigheid van tubulaire schade; ze helpen bij de differentiatie van hoge en lage UWI. Bij een cut-off waarde van 3.1 cellen/µL, bedragen de gevoeligheid en specificiteit 93.5% en 82.2%. Deze cijfers zijn beduidend beter dan deze van α1-microglobuline, leukocyturie en pathologische cilinders.
Praktisch
U vraagt een klassiek sediment aan. Het rapport vermeldt steeds het aantal RTEC (per microliter). De stabiliteit van RTECs bij kamertemperatuur is beperkt tot 4 uur. Koelen van het monster (in de koelkast) verlengt de houdbaarheid. Deze test brengt GEEN extra kosten met zich mee (noch voor de patiënt, noch voor het RIZIV).
Interpretatie
Indien RTEC >3.1 cellen/microliter: suggestief voor hoge UWI. Bij deze cut-off waarde bedraagt de gevoeligheid en specificiteit 93.5% en 82.2%.