91883 9144557

Nieuw diagnostisch algoritme voor parasieten in faeces

25-03-2015

Darmparasieten vaak verwekker van diarree

Infectieuze diarree wordt het vaakst veroorzaakt door virussen en bacteriën, maar ook sommige darmparasieten kunnen aanleiding geven tot diarree. Besmetting verloopt dan klassiek door feco-orale transmissie waarbij cysten van de parasiet uit de ontlasting van een besmette patiënt via de mond ingenomen worden. Dit kan gebeuren door handcontact met een besmette persoon bij wie de handen niet grondig werden gewassen na toilet bezoek, of via besmet water of voedsel.

Inheemse parasieten

Het aantal pathogene darmparasieten in onze contreien is echter beperkt en bestaat voornamelijk uit twee soorten: Giardia lamblia en Cryptosporidium parvum. Tot op heden was de laboratoriumdiagnostiek van parasitaire infecties gebaseerd op microscopisch onderzoek van faeces na concentratie van de parasieten. Deze techniek vereist veel expertise en heeft desalniettemin te kampen met een lage gevoeligheid. Om Cryptosporidium parvum te detecteren, is er bovendien een speciale kleuring nodig.

In 2014 ontving het labo 1165 aanvragen voor parasitologisch onderzoek. Van deze stalen was slechts 3.2 % positief voor pathogene darmparasieten en in het overgrote deel (94 %) werd G. lamblia of C. parvum gevonden. Het werkelijke aantal ligt wellicht iets hoger omwille van de mindere gevoeligheid van microscopie.

Optimalisatie van het testalgoritme

Recent werden antigentesten geoptimaliseerd die toelaten op een snelle en gevoelige manier G. lamblia en C. parvum op te sporen. Dit heeft ons geïnspireerd om het diagnostisch screenings algoritme voor parasieten aan te passen.

Voor de aanvrager zijn er vanaf 1 april 2015 twee mogelijkheden voor het aanvragen van parasieten:

  • Standaard een antigentest ter detectie van G. lamblia en C. parvum
  • Uitgebreid parasitologisch onderzoek bestaande uit antigentest en microscopie op strikte indicatie*.

* Dit uitgebreid onderzoek zal enkel uitgevoerd worden op strikte indicatie (recent verblijf in een hoog-risico gebied zoals Afrika, recent geadopteerde kinderen uit een hoog-risico gebied, etc.). Diarree of buikkrampen zijn niet specifiek en geen strikte indicaties. De indicatie wordt best vermeld op het aanvraagformulier bij ‘Klinische informatie’.